Aquaplaning: wanneer banden op natte wegen slippen is het vrijwel onmogelijk om de auto te besturen. Dit is een nachtmerrie voor chauffeurs. We gaan uitleggen wat je eraan kunt doen en waarom goede banden het risico aanzienlijk minimaliseren.
Wat gebeurt er met aquaplaning?
Water op de weg vloeit normaal gesproken weg door de groeven van het loopvlak van de band, weer naar buiten. Als de weg echter heel nat is kan het water niet volledig ontsnappen. De autoband spettert het water naar voren zoals bij een dopplereffect. Uiteindelijk betekent het dat als er een te grote hoeveelheid water op de weg ligt de vloeistof zich als een wig tussen de band en het wegoppervlak zet. De band verliest dan contact met de weg. Als gevolg hiervan hebben zowel de remmen als jouw stuurbewegingen bijna geen effect. Als slechts één band slipt, kan de bestuurder de auto in de tegenovergestelde richting sturen. Als het voertuig is uitgerust met ESP (Electronic Stability Control), wordt het systeem automatisch ingeschakeld zodra het in contact komt met de weg. Als de twee voorwielen wegslippen dan houden de achterwielen die nog wel raakvlak hebben met het wegdek de auto in beweging. Als alle wielen tegelijk wegslippen hangt het gedrag van de auto af van het zwaartepunt en de gekozen richting. Op een recht stuk heb je een goede kans om er zonder problemen uit te komen. Het ergste scenario is wanneer beide achterwielen wegslippen, dan zal de auto onvermijdelijk gaan glijden.
Welke invloed heeft de autoband hierop?
Of er problemen met aquaplaning ontstaan hangt van de band af, afgezien van de klimatologische omstandigheden. Hoe vlakker het loopvlak van de band, hoe sneller de band gaat schuiven. De ADAC geeft 3,5 mm als richtlijn. Als de diepte van het loopvlak kleiner is, neemt het risico van slippen drastisch toe. Daarom moeten, indien mogelijk, alle banden een toereikende diepte hebben. Als er toch verschillen zijn tussen de afzonderlijke banden dan moeten de banden met het diepste loopvlak op de achteras worden gemonteerd. In het geval van aquaplaning kunnen er verschillende vervelende problemen optreden. Vanuit een puur statistisch oogpunt is het waarschijnlijker dat brede banden last hebben van aquaplaning dan de smallere tegenhangers, dit ondanks de speciale loopvlakken ontworpen om te voorkomen. Het risico neemt toe naarmate de brede banden meer en meer versleten raken. De druk van de banden heeft ook invloed op het slippen. Als de luchtdruk te laag is, neemt de druk af waarop de band op het wegdek rust (contactdruk). Het water kan zich er dan gemakkelijker tussen voegen.
Hoe kan ik aquaplaning nog meer voorkomen?
De meest redelijke en gemakkelijkste aanbeveling is om je snelheid aan te passen. Als je in vochtige omstandigheden langzamer gaat rijden loop je minder risico. Versleten banden houden niet met dezelfde kracht vast zich aan de weg van. Het risico op waterinterventie neemt dan toe. Het gewicht van het voertuig heeft hier verder geen invloed op. Als er zichtbare sporen op de weg zijn moet je voorzichtig rijden. Veel water hoopt zich op in de putten. Wees ook voorzichtig in verlagingen en tunnels.
Bereken of het te laat is.
Zelfs mensen die alle tips volgen zijn niet 100 procent beschermd tegen aquaplaning. Als dit gebeurt, hou dan de volgende tips in gedachten:
• Vermijd remmen zoveel mogelijk: remmen kan de tijd in de slip juist verlangen. Als één wiel tractie krijgt terwijl de andere blijven slippen heb je nog een groter probleem.
• Niet te snel rijden: het effect is hetzelfde als met remmen: de auto kan alle kanten op. Stuur de auto voorzichtig in de tegenovergestelde richting en houd het stuur recht.
• Koppeling vrij en laat de auto slippen totdat je weer controle over jouw auto hebt.